17. doet de aanbeveling dat de EU internationale inspanningen voor de ontwikkeling van de hoogste veiligheidsnormen steunt die strikt moete
n worden toegepast, gelijke tred moeten houden met de wetenschappelijke vooruitgang, en de legitieme bezwaren van de burgers moeten weerspiegelen; beklemtoont in dit verband de rol van de EU in het nabuurschapsbeleid als instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid; dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan zich gezamenlijk te verplichten tot verscherping van de internationale nucleaire veiligheidsnormen en tot de adequate toepassing daarvan, in na
...[+++]uwe samenwerking met het IAEA, het secretariaat van het Espoo-Verdrag en andere relevante internationale organisaties; verzoekt de Commissie het post-Fukushima actieplan van het IAEA te steunen en een integraal actieplan met concrete afspraken voor de uitvoering daarvan in te dienen; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan in coöperatie met het IAEA constructief samen te werken met landen die geen transparante „stresstests” voor nucleaire veiligheid hebben uitgevoerd, zoals Belarus, Rusland en Turkije, en dringt er bij deze landen op aan de internationale veiligheidsnormen in acht te nemen en tijdens alle stadia van de voorbereiding, bouw, exploitatie en ontmanteling van kerncentrales samen te werken met internationale deskundigen; is in dit verband van mening dat de EU ten volle gebruik moet maken van de bij internationale organisaties en instanties aanwezige expertise; 17. recommande que l'Union européenne soutienne les efforts déployés au niveau international pour mettre au point les normes de sûreté les plus élevées destinées à être appliquées strictement, évoluant en fonction des progrès scientifiques et répondant aux légitimes préoccupations des citoyens; souligne, à cet égard, le rôle que joue l'Union européenne dans le cadre de la politique de voisinage pour la coopération en matière de sûreté nucléaire; prie instamment les États membres et la Commission de prendre ensemble la responsabilité de renforcer les normes internationales en matière de sûreté nucléaire et de veiller à leur mise en œuvre, en étroite coopération avec l'AIEA, le secrétariat de la convention d'Espoo et les autres organisation
...[+++]s internationales compétentes; invite la Commission à étudier le plan d'action post-Fukushima de l'AIEA et à présenter un plan d'action complet ainsi que les modalités concrètes de sa mise en œuvre; invite la Commission et les États membres à entretenir, de concert avec l'AIEA, une collaboration constructive avec les pays qui n'ont pas procédé à des tests de résistance transparents en matière de sûreté nucléaire, comme la Biélorussie, la Russie et la Turquie, et à les inciter à se conformer aux normes internationales en matière de sûreté et à coopérer avec des experts internationaux à tous les stades de la préparation, de la construction, de l'exploitation et du déclassement des centrales nucléaires; estime, à cet égard, que l'Union européenne doit tirer pleinement parti du savoir-faire des organisations et des organes internationaux; 
