3. De volgende ondoorschijnende wanden binnen het beschermd volume of aangrenzend aan een beschermd volume op hetzelfde perceel met uitzondering van de deuren en garagedeuren : 3.1. tussen afzonderlijke wooneenheden; 3.2. tussen wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten (trappenhuis, inkomhal, gangen,.); 3.3. tussen wooneenheden en ruimten met een niet-residentiële bestemming; 3.4. tussen ruimten met een industriële bestemming en ruimten met een niet-industriële bestemming
3. Les parois opaques suivantes à l'intérieur du volume protégé ou adjacent à un volume protégé sur la même parcelle à l'exception des portes et portes de garage : 3.1. entre unités d'habitation distinctes; 3.2. entre unités d'habitation et espaces communs (cage d'escalier, hall d'entrée, couloirs,.); 3.3. entre unités d'habitation et espaces à affectation non résidentielle; 3.4. entre espaces à affectation industrielle et espaces à affectation non industrielle