Bij die hervorming van het afstammingsrecht werd een onderscheid gemaakt tussen drie wijzen van vaststelling van de afstamming van vaderszijde (ibid., p. 11) : het « vermoeden van vaderschap » dat verband houdt met het huwelijk van de moeder, de « erkenning » en het « onderzoek naar het vaderschap », hetgeen strekt tot de vaststelling van de afstamming van vaderszijde bij een vonnis.
Cette réforme du droit de la filiation distinguait trois modes d'établissement de la filiation paternelle (ibid., p. 11) : la « présomption de paternité » liée au mariage de la mère, la « reconnaissance » et la « recherche de paternité » - ce qui tend à l'établissement de la filiation paternelle par un jugement.