Art. 33. § 1. De na te leven voorwaarden zijn de volgende : 1° de begunstigde verb
indt zich ertoe een aantal subsidiabele dieren aan te houden dat minstens gelijk is aan het aantal vermeld in zijn steunaanvraag voor die periode en, dit, elk jaar van de verbintenis; 2° de betrokken
dieren voldoen aan de oorspronkelijke standaard van het als met verdwijning bedreigde erkende ras; 3° de betrokken
dieren worden opgenomen in het erkende stamboek van het ras of op een gelijkwaardige
lijst; 4° voor de rassen die ...[+++]niet met verdwijning bedreigd zijn, namelelijk het Belgisch trekpaard en de Voskop mogen slechts het voorwerp uitmaken van de methode, de raszuivere
dieren die opgenomen zijn in de voornamelijke afdeling van het stamboek opgenomen zijn, d.w.z. waarvan alle ouders en grootouders opgenomen zijn in het erkende stamboek van het ras of op een gelijkwaardige lijst; 5° de betrokken
dieren zijn minstens 2 jaar oud zijn voor paarden en runderen en minstens 6 jaar oud voor schapen; 6° de
dieren worden opgenomen zijn het identificatie- en registratiesysteem voor Sanitrace-
dieren, indien het gaat om runderen of schapen; 7° de begunstigde voegt bij zijn steunaanvraag en tijdens elke controle een lijst
van de aangehouden subsidiabele verschillende dieren.
Art. 33. § 1 . Les conditions à respecter sont les suivantes : 1° le bénéficiaire s'engage à détenir un nombre d'animaux admissibles au moins égal au nombre mentionné pour cette méthode dans sa demande d'aide et ce, chaque année de l'engagement; 2° les animaux concernés répondent au standard originel de la race reconnue comme menacée de disparition; 3° les animaux concernés sont
enregistrés dans le livre généalogique agréé de la race ou ce qui en tient lieu; 4° pour les races qui ne sont pas au bord de l'extinction, soit le cheval de trait belge et le mouton ardennais roux, ne peuvent faire l'objet de la méthode que les animaux de ra
...[+++]ce pure qui sont inscrits dans la section principale du livre généalogique, c'est-à-dire dont tous les parents et grands parents sont inscrits dans le livre généalogique agrée de la race ou ce qui en tient lieu; 5° les animaux concernés sont âgés d'au moins 2 ans pour les chevaux et les bovins et d'au moins 6 mois pour les ovins; 6° les animaux sont enregistrés dans le système d'identification et d'enregistrement des animaux Sanitrace, s'il s'agit de bovins ou d'ovins; 7° le bénéficiaire fournit lors de sa demande d'aide et lors de chaque contrôle un listing des différents animaux, admissibles à l'aide, détenus.