- het gebruik van nieuwe cohesie-indicatoren zoals werkgelegenheid, het verschil in bbp tussen naburige regio’s, de index van de perifere ligging en van toegankelijkheid, de aanwezigheid van infrastructuur en vervoersmogelijkheden, het niveau van onderzoek en innovatie, onderwijs en opleiding, en de verscheidenheid van de productie in de zone, zonder dat ervoor wordt gezorgd dat het bbp per inwoner de basisindicator blijft om te bepalen wie al dan niet in aanmerking komt voor het cohesiebeleid van de Europese Unie.
- l’utilisation de nouveaux indicateurs de cohésion, à savoir l’emploi, le niveau de disparité du PIB entre régions voisines, l’indice de décentrement et d’accessibilité, la dotation en infrastructures et en transport, le niveau d’activité en recherche et en innovation, en éducation et en formation, et la diversité des productions, sans garantir l’idée que le PIB par habitant doit continuer à être utilisé comme indicateur de base pour l’éligibilité en matière de politique européenne de cohésion.