Voorts zijn de agenten van politie bij hun tussenkomst in geval van heterdaad, voortaan bevoegd om over te gaan tot een veiligheidsfouille als er redelijke vermoedens zijn om, op basis van materiële aanwijzingen, van de omstandigheden of op basis van het gedrag van de opgehouden persoon, te denken dat hij op zich wapens of voor de openbare orde gevaarlijke voorwerpen draagt. Zij zijn hiervoor bevoegd op basis van het nieuwe artikel 44/15, tweede lid, WPA (20).
De plus, dans le cadre de leur intervention en cas de flagrant délit, les agents de police sont à présent compétents pour procéder à une fouille de sécurité lorsqu'il existe des motifs raisonnables de croire en fonction de son comportement, d'indices matériels ou des circonstances que la personne retenue porte sur elle des armes ou des objets dangereux pour l'ordre public et ce, en application du nouvel article 44/15, alinéa 2, de la LFP (20).