6. verwelkomt het besluit van de Europese Raad van maart 2007 om een doelstelling van 20% voor hernieuwbare energiebronnen tegen 2020 vast te leggen; pleit voor een ambitieuze strategie voor energie-efficiëntie, teneinde deze doelstelling te helpen verwezenlijken; herhaalt zijn standpunt dat de EU moet streven naar een aandeel van hernieuwbare energiebronnen van 25% tegen 2020; dringt er bovendien op aan een wetgevingsvoorstel inzake het EU-streefdoel te baseren op artikel 175, lid 1 van het EG-Verdrag, teneinde de volledige participatie van de Raad en het Europees Parlement te garanderen; acht h
et tevens zinvol om tussentijdse streefdoelen vast te stelle ...[+++]n; 6. se félicite de la décision du Conseil européen de mars 2007 d'atteindre l'objectif de 20% pour l'énergie renouvelable en 2020; demande instamment que l'obtention de cet objectif soit appuyé par une stratégie ambitieuse d'efficacité énergétique; rappelle sa position selon laquelle l'U
E devrait viser une part de 25% d'énergie renouvelable d'ici 2020; insiste en outre pour qu'une proposition législative sur l'objectif de l'UE soit présentée sur la base de l'article 175, paragraphe 1, du traité CE afin d'assurer la pleine implication du Conseil et du Parlement; estime par ailleurs particulièrement utile la fixation d'objectifs intermé
...[+++]diaires;