Art. 5. Aan de jeugdige werklieden en werksters, die de school verlaten, rechtstreeks in dienst treden bij een in artikel 1 bedoelde werkgever en binnen twee maanden aansluiten bij een in artikel 3, a), bedoelde werknemersorganisatie, wordt het sociaal voordeel verleend op basis van één twaalfde naar rata van het aantal gewerkte maanden gedurende het sociaal dienstjaar.
Art. 5. L'avantage social est octroyé sur base d'un douzième au prorata du nombre de mois travaillés pendant l'exercice social, aux jeunes ouvriers et ouvrières qui quittent l'école, entrent en service chez un employeur visé à l'article 1 et s'affilient dans les deux mois à une organisation de travailleurs visée à l'article 3, a).