Uit de in B.5 aangehaalde parlementaire voorbereiding van het financieringsdecreet van 7 december 2001, waarbij artikel 130 van het universiteitendecreet van 12 juni 1991 werd vervangen, blijkt dat de decreetgever beoogde de herziening van de financiering van de universiteiten in twee fasen te laten verlopen : de jaren 2001-2004 golden als een overgangsperiode, terwijl vanaf 2005 een nieuw, langlopend financieringsmodel in werking zou treden.
De la lecture des travaux préparatoires cités en B.5, relatifs au décret de financement du 7 décembre 2001 qui a remplacé l'article 130 du décret du 12 juin 1991 sur les universités, il ressort que le législateur décrétal entendait réaliser la révision du financement des universités en deux phases : les années 2001-2004 constituaient une période de transition, cependant qu'à partir de 2005, un nouveau modèle de financement à long terme serait instauré.