In dat verband verwijst hij naar het advies van de Raad van State over het probleem dat plaatsvervangende raadsheren niet kunnen worden afgezet, waaruit volgt dat artikel 151 van de Grondwet beperkend te interpreteren is, dat men bij wet niet kan afwijken van de regeling van de Grondwet en dat het hof van beroep geen twee soorten magistraten kan tellen.
Il renvoie à cet égard à l'avis du Conseil d'État, sur la question de l'inamovibilité des conseillers suppléants, d'où il résulte que l'article 151 doit être interprété restrictivement, que l'on ne peut déroger par une loi au système prévu par la Constitution, et qu'il ne saurait y avoir deux sortes de magistrats à la cour d'appel.