Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 101, § 2, derde lid, van het WIB 1992 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het twee soorten belastingplichtigen verschillend behandelt : enerzijds, de belastingplichtige die de kosten heeft gedragen van werken die door een geregistreerde aannemer zijn uitgevoerd en, anderzijds, de belastingplichtige die de kosten heeft gedragen van werken die door een niet-geregistreerde aannemer of door hemzelf zijn uitgevoerd.
La juridiction a quo demande si l'article 101, § 2, alinéa 3, du CIR 1992 est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il traite différemment deux types de contribuables : d'une part, le contribuable qui a supporté les frais de travaux qui ont été exécutés par un entrepreneur enregistré et, d'autre part, le contribuable qui a supporté les frais de travaux qui ont été exécutés par un entrepreneur non enregistré ou par lui-même.