123. 2) Indien de lidstaat van oorsprong geen document van dezelfde aard eist als het document dat in de ontvangende lidstaat wordt verlangd, dat wil zeggen indien het verlangde certificaat niet wordt afgegeven door een erkende arts of indien geen certificaat wordt geëist, dient de tweede alinea van artikel 6, lid 2, en de tweede alinea van artikel 10, lid 2, van respectievelijk de Richtlijnen 89/48/EEG en 92/51/EEG te worden toegepast.
123 (2) Si l'État membre d'origine n'exige pas un document de la même nature que celui demandé dans l'État d'accueil, c'est-à-dire si le certificat demandé n'émane pas d'un médecin agréé ou si aucun certificat n'est exigé, il convient d'appliquer le deuxième alinéa de l'article 6 (2) et de l'article 10 (2) respectivement des directives 89/48/CEE et 92/51/CEE.