De tweede lidstaat mag van de aanvrager verlangen dat hij, uiterlijk op het tijdstip van afgifte van de vergunning voor lange-termijnmobiliteit, het adres van de betrokken binnen een onderneming overgeplaatste persoon op het grondgebied van de tweede lidstaat opgeeft.
Le deuxième État membre peut exiger du demandeur qu'il fournisse, au plus tard à la date de délivrance du permis de mobilité de longue durée, l'adresse de la personne faisant l'objet du transfert temporaire intergroupe concernée sur le territoire du deuxième État membre.