Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «tweede prejudiciële vraag aangeklaagde discriminatie » (Néerlandais → Français) :

In die interpretatie, die niet wordt tegengesproken door de tekst van de in het geding zijnde bepaling, noch door de parlementaire voorbereiding en die steun vindt in twee arresten van 27 maart 2015 van het Hof van Cassatie (Arr. Cass., 2015, nr. 3, pp. 854 en volgende en F.14.0157.N), is het in de tweede prejudiciële vraag aangeklaagde verschil in behandeling tussen de schuldvorderingen van de belastingadministratie onbestaande, zodat artikel 37, eerste lid, van de WCO bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Dans cette interprétation, qui n'est contredite ni par le texte de la disposition en cause, ni par ses travaux préparatoires, et qui trouve appui dans deux arrêts du 27 mars 2015 de la Cour de cassation (Pas., 2015, n° 3, pp. 854 et s., et F.14.0157.N), la différence de traitement dénoncée dans la seconde question préjudicielle entre les créances de l'administration fiscale est inexistante de sorte que l'article 37, alinéa 1, de la LCE est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution.


Met de eerste en tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of die bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer zij aldus wordt geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen een beschikking van de raadkamer, zonder dat hierbij een bijzonder juridisch belang moet worden aangetoond (eerste prejudiciële vraag), dan wel dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep hee ...[+++]

Par les première et deuxième questions préjudicielles, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à l'encontre d'une ordonnance de la chambre du conseil, sans qu'un intérêt juridique particulier doive être démontré (première question préjudicielle), ou selon laquelle le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à l'encontre d'une ordonnance de la chambre du conseil, tout en devant démontrer un intérêt juridique particulier (deuxième question préjudicielle).


Het onderzoek van de grondwettigheid van het verschil in behandeling dat is vermeld in de tweede prejudiciële vraag veronderstelt dat het Hof de regels kan identificeren die van toepassing zijn op de categorie van de « beoefenaars van vrije beroepen » (onder andere wat het verzoek om een voorschot op erelonen betreft) en die, volgens de prejudiciële vraag, zouden verschillen van die welke van toepassing zijn op de voornoemde advocaten, alsook de doelstellingen van die regels.

L'examen de la constitutionnalité de la différence de traitement évoquée par la seconde question préjudicielle suppose que la Cour soit en mesure d'identifier les règles applicables à la catégorie des « titulaires de professions libérales » (entre autres, en ce qui concerne la demande de provision sur honoraires) qui, selon la question préjudicielle, différeraient de celles qui sont applicables aux avocats précités, ainsi que les objectifs de ces règles.


De derde prejudiciële vraag, die de schending van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet aanvoert, in samenhang gelezen met de vrijheid van handel en nijverheid, behoeft geen ander antwoord dan dat op de eerste en de tweede prejudiciële vraag.

La troisième question préjudicielle, qui invoque la violation des articles 10, 11 et 172 de la Constitution, lus en combinaison avec la liberté de commerce et d'industrie, n'appelle pas une réponse différente de celle qui a été donnée aux première et deuxième questions préjudicielles.


Verzekeringsinstellingen die uitkeringen hebben betaald aan het slachtoffer van een schadegeval waarvoor een derde aansprakelijk is, kunnen hun uitkeringen niet verhalen op de derde aansprakelijke wanneer de schade van de verzekerde wordt omschreven als verlies van een kans, terwijl zij die uitkeringen wel kunnen verhalen wanneer de schade van de verzekerde wordt omschreven als een werkelijk geleden schade (tweede prejudiciële vraag) en terwijl ook de verzekerde zelf, die reeds de uitkeringen van de verzekeringsinstelling heeft ontvangen, een vergoeding voor het verlies van een kans kan ontvangen (derde ...[+++]

Les organismes assureurs qui ont octroyé des indemnités à la victime d'un sinistre dont un tiers est responsable ne peuvent pas réclamer le remboursement de ces indemnités au tiers responsable si le dommage subi par l'assuré est qualifié de perte d'une chance, tandis qu'ils peuvent réclamer le remboursement de ces indemnités si le dommage de l'assuré est qualifié de dommage réellement subi (deuxième question préjudicielle) et ce, alors que l'assuré lui-même, qui a déjà reçu les indemnités de l'organisme assureur, peut aussi être indemnisé pour la perte d'une chance (troisième question préjudicielle).


Gelet op de nauwe samenhang tussen, enerzijds, de in de eerste prejudiciële vraag voorgelegde problematiek van de onderscheiden wettelijke beroepstermijnen, en anderzijds, de in de tweede prejudiciële vraag voorgelegde onmogelijkheid om een navolgend incidenteel hoger beroep in te stellen, worden de beide vragen samen onderzocht.

Eu égard à la connexité entre, d'une part, la problématique des délais légaux d'appel respectifs évoquée dans la première question préjudicielle et, d'autre part, l'impossibilité, évoquée dans la seconde question préjudicielle, d'interjeter encore appel incident, les deux questions sont examinées ensemble.


In zoverre het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag een discriminatie aanvoert van die categorie van personen, doordat zij zich niet zouden hebben kunnen verdedigen inzake de mogelijkheid tot inzage en gebruik van de nietigverklaarde stukken in de strafprocedure, is het antwoord op de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet nuttig voor de oplossing van het geding voor het verwijzende rechtscollege.

En ce que la première partie de la question préjudicielle invoque une discrimination de cette catégorie de personnes, en tant qu'elles n'auraient pas pu se défendre quant à la possibilité de consulter et d'utiliser dans la procédure pénale les pièces qui ont été annulées, la réponse à la question préjudicielle n'est manifestement pas utile à la solution du litige soumis à la juridiction a quo.


De eerste prejudiciële vraag betreft de overeenstemming van de in het geding zijnde bepaling met de bevoegdheidverdelende regels; de tweede prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet.

La première question préjudicielle concerne la compatibilité de la disposition en cause avec des règles répartitrices de compétences; la deuxième question préjudicielle concerne la compatibilité de cette disposition avec les articles 10, 11 et 16 de la Constitution.


Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt geschonden ten nadele van de voormelde mede-eigenaar, doordat hij in dat geval een vergoeding ten belope van de helft van de opbrengstwaarde van de woning verschuldigd is, terwijl het gemeen contractenrecht en het gemeen aansprakelijkheidsrecht slechts een foutloze vergoedingsplicht zouden kennen voor degene die een risicoscheppende activiteit aan de dag heeft gelegd.

Dans la deuxième question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si le principe d'égalité et de non-discrimination est violé au détriment du copropriétaire précité, en ce que celui-ci est redevable dans ce cas d'une indemnité à concurrence de la moitié de la valeur de rapport de l'habitation, alors que le droit commun des contrats et le droit commun de la responsabilité ne connaîtraient une obligation d'indemnisation sans faute qu'à charge de celui qui a exercé une activité à risque.


De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of het verschil in behandeling van vreemdelingen, naar gelang van de aard van de inbreuk waarvoor zij zijn veroordeeld, verenigbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (eerste prejudiciële vraag), en of die grondwetsartikelen worden geschonden wanneer de in het geding zijnde bepalingen in die zin worden geïnterpreteerd dat bij een veroordeling op grond van een inbreuk op de sociale wetgeving aan de rechter geen beoordelingsvrijheid wordt gelaten om te oordelen of de feiten die aan de strafrechtelijke veroordeling ten grondslag liggen, dienen te worden aang ...[+++]

Le juge a quo demande à la Cour si la différence de traitement entre étrangers, selon la nature de l'infraction pour laquelle ils ont été condamnés, est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution (première question préjudicielle), et si ces articles constitutionnels sont violés lorsque les dispositions en cause sont interprétées en ce sens qu'en cas de condamnation pour une infraction à la législation sociale, aucun pouvoir d'appréciation n'est laissé au juge pour décider si les faits qui se trouvent à l'origine de la condamnation pénale doivent être qualifiés de faits personnels graves (seconde question préjudicielle).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'tweede prejudiciële vraag aangeklaagde discriminatie' ->

Date index: 2021-09-17
w