Bij beschikking van 8 juli 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaa
rd en de dag van de terechtzitting bepaald op 16 september 1998 na de partijen te hebben verzocht in een uiterlijk op 4 september 1998 in te dienen aanvullende memorie zich nader te verklaren over de weerslag van de wet van 9 maart 1998 « tot wijziging van de artikelen 54, 57/11, 57/12, 57/14bis en 71 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen », met name van artikel 6 ervan, op hun beroep tot vernietiging, in zoverre het betrekking
heeft op a ...[+++]rtikel 5, tweede lid, van de bestreden wet, alsmede over de eventuele weerslag van het arrest van het Hof nr. 77/97 van 17 december 1997 op hun beroep tot vernietiging, in zoverre het betrekking heeft op artikel 2 van de bestreden wet.Par ordonnance du 8 juillet 1998, la Cour a déclaré l'affaire en état et fixé l'audience au 16 septembre 1998 après avoir invité les parties à s'expliquer dans un mémoire complémentaire - à introduire le 4 septembre 1998 au plus tar
d - sur l'incidence de la loi du 9 mars 1998 « modifiant les articles 54, 57/11, 57/12, 57/14bis et 71 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers », et notamment de son article 6, quant à leur recours en annulation, en tant qu'il porte sur l'article 5, alinéa 2, de la loi entreprise, ainsi que sur l'incidence éventuelle de l'arrêt n° 77/97
...[+++] du 17 décembre 1997 de la Cour, quant à leur recours en annulation en tant qu'il porte sur l'article 2 de la loi entreprise.