Art. 2. Aan de werklieden die 20 jaar of meer anciënniteit binnen de houtsector bewijzen (PSC 125.01, 125.02, 125.03) wordt, ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel » een niet-recurrente premie van 125 EUR netto en een diploma toegekend.
Art. 2. Aux ouvriers comptant 20 ans ou plus d'ancienneté dans le secteur du bois (SCP 125.01, 125.02, 125.03), il est accordé une prime non récurrente d'un montant net de 125 EUR à charge du " Fonds de sécurité d'existence pour le commerce du bois" et il est délivré un diplôme.