In onderhavig geval vloeit uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen voort dat het aannemen van een terugwerkende bepaling die tot gevolg heeft dat voor het verleden een schending van artikel 93, lid 3, van het Verdrag wordt gedekt, ertoe leidt dat die bepaling volledig wordt uitgehold en niet kan worden aanvaard.
En l'occurrence, il découle de la jurisprudence de la Cour de justice des Communautés européennes que l'adoption d'une disposition rétroactive ayant pour effet de couvrir pour le passé une violation de l'article 93, paragraphe 3, du Traité aboutit à vider celui-ci de tout effet utile, et ne peut être admise.