Behalve wanneer de uitgeleverde persoon het grondgebied van de aangezochte Staat niet heeft verlaten binnen dertig dagen na zijn definitieve vrijlating, of er is teruggekeerd, is krachtens artikel 13 van deze Overeenkomst de toestemming van de aangezochte Staat vereist om bedoelde persoon verder uit te leveren aan een derde Staat, zulks wegens feiten gepleegd voor de oorspronkelijke overhandiging.
Sauf dans l'hypothèse où la personne extradée n'a pas quitté le territoire de l'État requis dans les trente jours qui suivent son élargissement définitif, ou y est revenue, l'article 13 de la Convention impose à cet État de demander l'assentiment de l'État requis avant de réextrader cette personne vers un État tiers et ce, pour des infractions antérieures à la remise initiale.