K. overwegende dat er wettelijk of de facto bijzondere detentieregimes bestaan, en eraan herinnerend dat het CPT zijn
ongerustheid heeft uitgesproken over het Italiaanse zogeheten regime van arti
kel 41 bis, dat het Europese Hof voor de rechten van de mens Italië heeft veroordeeld voor de trage behandeling van het appel van een gedetineerde door het Hof van beroep en dat het netwerk van onafhankelijke EU-deskundigen inzake de mensenrechten in zijn verslag van 2002 te kennen heeft gegeven dat "waar dit uitzonderingsregime maatregelen om
...[+++]vat die geen enkel verband houden met de beoogde veiligheid, er vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de verenigbaarheid met de door het CPT voorgestane benadering",K. considérant l'existence de régimes de détention spéciaux, légaux ou de facto, et rappelant que, par rapport au régime italien dit de l'article 41 bis, le CPT a manifesté des inquiétudes, que la CEDH a condamné l'Italie pour le retard avec lequel le tribunal de surveillance a examiné les recours d'un détenu et que le Réseau d'experts indé
pendants de l'Union européenne sur les droits de l'homme a affirmé dans son rapport sur l'année 2002 que "dans la mesure où ce régime exceptionnel comprend [...] des mesures qui ne présentent aucun rapport avec l'objectif de sécurité, il est permis de s'interroger sur sa compatibilité avec l'approche p
...[+++]réconisée par le CPT",