Na haar belang om in rechte te treden te hebben toegelicht, alsook de evolutie van de wetgeving inzake maatschappelijke dienstverlening voor vreemdelingen en verscheidene arresten (nrs. 51/94, 43/98, 25/99, 80/99, 57/2000 en 17/2001) die het Hof ter zake heeft uitgesproken, voert de verzoekster een eerste middel aan, dat is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, juncto artikel 23, derdelid, 2°, van de Grondwet.
Après avoir exposé son intérêt à agir, l'évolution législative intervenue en matière d'aide sociale des étrangers et plusieurs arrêts (n51/94, 43/98, 25/99 et 80/99, 57/2000 et 17/2001) prononcés par la Cour en la matière, la requérante invoque un premier moyen, pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 23, alinéa 3, 2°, de la Constitution.