§ 1. De plaatsing van zend- of ontvangstantennes voo
r telecommunicatie, uitgezonderd de paraboolantennes voor de ontvangst van televisieprogramma's en voor pr
ivé-gebruik, op een hiervoor reeds behoorlijk bestemde en op de grond verankerde pyloon, uitgezonderd de openbare verlichtingspalen, op voorwaa
rde dat de antennes geen uitsprong hebben van meer dan 1 meter ten opzichte van de structuur van de pyloon en ze de hoogte van de pylo
...[+++]on niet vergroten;
§ 1 Placer des antennes émettrices et/ou réceptrices de télécommunication, à l'exclusion des antennes paraboliques destinées à la réception d'émissions de télévision et à usage privé, sur un pylône existant, à l'exception des poteaux d'éclairage public, déjà dûment affecté à cet usage, ancré au sol, à condition que les antennes n'aient pas une saillie de plus d'1 mètre par rapport à la structure du pylône et qu'elles n'augmentent pas la hauteur du pylône;