Het Hof steunt vervolgens op de parlementaire voorbereiding in het kader van de wet van 27 april 2007 en stelt dat "door de toepassing van de vroegere bepalingen betreffe
nde het recht op de uitkering tot levensonderhoud te handhaven voor de personen wier echtscheiding is uitgesproken vóór 1 september 2007, de wetgever wilde vermijden dat de uit de echt gescheiden echtgenoten een uitkering
tot levensonderhoud zouden kunnen aanvragen, indien ze voldoen aan de economische voorwaarden voor de toekenning ervan, zelfs d
egenen die ...[+++] een fout hebben begaan of degenen die het vermoeden van schuld van het vroegere artikel 306 niet hebben weerlegd, alsmede de ex-echtgenoten die uit de echt gescheiden zijn op basis van gedeelde fout.
La Cour s'appuie ensuite sur les travaux préparatoires de la loi du 27 avril 2007 pour relever qu' "en maintenant l'application des dispositions anciennes concernant le droit à la pension pour les personnes dont le divorce a été prononcé avant le 1er septembre 2007, le législateur entendait éviter que les conjoints divorcés puissent solliciter une pension alimentaire s'ils satisfont aux conditions économiques de son octroi, même les fautifs ou ceux qui n'ont pas renversé la présomption de culpabilité de l'ancien article 306, ainsi que les ex-époux divorcés aux torts partagés.