Het spreekt vanzelf dat de gerechtelijke instanties, zowel de raadkamer als de kamer van inbeschuldigingstelling, het Hof van cassatie en het EHRM, elke uitlevering kunnen toetsen, en zelfs moeten toetsen overeenkomstig de procedure bepaald in de wet van 1874 en de rechtspraak hieromtrent.
Il va de soi que les instances judiciaires, qu'il s'agisse de la chambre du conseil, de la chambre des mises en accusation, de la Cour de cassation ou de la CEDH, peuvent — et doivent même — contrôler toute extradition conformément à la procédure prévue par la loi de 1874 et à la jurisprudence y afférente.
