10. Een Verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan de vermoedelijke dader van het delict zich bevindt, moet ingeval hij die persoon niet uitlevert wegens een delict waarop dit artikel van toepassing is omdat die persoon een van zijn onderdanen is, op verzoek van de Verdragsluitende Staat die om uitlevering verzoekt, de zaak zonder bovenmatige vertraging voorleggen aan zijn bevoegde autoriteiten met het oog op vervolging.
10. Un État Partie sur le territoire duquel se trouve l'auteur présumé de l'infraction, s'il n'extrade pas cette personne au titre d'une infraction à laquelle s'applique le présent article au seul motif qu'elle est l'un de ses ressortissants, est tenu, à la demande de l'État Partie requérant l'extradition, de soumettre l'affaire sans retard excessif à ses autorités compétentes aux fins de poursuites.