Bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden mogen de teamleden gebruikmaken van geweld, waaronder dienstwapens, munitie en uitrusting, indien de lidstaat van herkomst en de ontvangende lidstaat daarmee instemmen, in aanwezigheid van grenswachters van de ontvangende lidstaat en met inachtneming van het nationale recht van de ontvangende lidstaat.
Dans l'accomplissement de leurs missions et l'exercice de leurs compétences, les membres des équipes sont autorisés à employer la force, y compris les armes de service, les munitions et les équipements, avec le consentement de l’État membre d’origine et de l’État membre hôte, en présence de garde-frontières de l’État membre hôte et dans le respect de la législation nationale de celui-ci.