Het departement schorst de betaling van de tegemoetkomingen, vermeld in hoofdstuk VI, en vordert die in een van onderstaande gevallen terug : 1° de persoon met een arbeidshandicap of een werkgever leeft de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk VI niet na; 2° er zijn nauwkeurige of overeenstemmende vermoedens dat een werkgever een of meer personen met een arbeidshandi
cap heeft ontslagen uitsluitend met de bedoeling hen te vervangen door een of meer personen met een arbeidshandicap die recht geven op een VOP of op een hogere VOP, of
uitsluitend met de bedoeling hen daarn ...[+++]a opnieuw aan te werven om een hogere VOP te verkrijgen".