1. Indien de Verdragsluitende Partij zich het recht he
eft voorbehouden de uitvoering van ambtelijke opdrachten strekkende tot huiszoeking of inbeslagneming afhankelijk te stellen van de voorwaarde dat he
t delict dat tot de ambtelijke opdrachten aanleidin
g geeft, zowel volgens de wetgeving van de verzoekende Partij als volgens die van de aangezochte Partij een strafbaar feit is, dan is, wat de fiscale delicten betreft, aan deze voorwaarde voldaan indien
...[+++] het feit strafbaar is volgens de wetgeving van de verzoekende Partij en overeenkomt met een strafbaar feit van dezelfde aard volgens de wetgeving van de aangezochte Partij.