Onverminderd het bepaalde in de artikelen 269 en 271 tot 274 van het Strafwetboek, wordt al wie het krachtens deze wet en haar uitvoeringsbesluiten geregelde toezicht verhindert, gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van vijftig frank tot duizend frank of met één van die straffen alleen.
Sans préjudice des articles 269 et 271 à 274 du Code pénal est punie d'un emprisonnement de huit jours à trois mois et d'une amende de cinquante francs à mille francs ou d'une de ces peines seulement, toute personne qui met obstacle à la surveillance organisée en vertu de la présente loi et de ses arrêtés d'exécution.