Bij niet-betaling van de forfaitaire compensatoire vergoeding binnen de in het eerste lid bedoelde termijn beschikt de directeur van het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, vanaf het ogenblik dat die termijn verstreken is, over een termijn van twee maanden, voor het instellen bij de arbeidsrechtbank van een rechtsvordering tot betaling van de forfaitaire compensatoire vergoeding.
En cas de non-paiement de l'indemnité compensatoire forfaitaire dans le délai fixé à l'alinéa 1 , le directeur du bureau de chômage de l'Office national de l'emploi dispose d'un délai de deux mois, à dater de l'expiration de ce délai, pour intenter une action en paiement de l'indemnité compensatoire forfaitaire auprès du tribunal du travail.