Het diensthoofd kan, op voorafgaand eensluidend advies van de commissie, de verlenging van de uitzonderlijke methode voor het verzamelen van de inlichtingen machtigen voor een nieuwe termijn die niet langer mag zijn dan ten hoogste twee maanden, onverminderd zijn verplichting om de methode te beëindigen zodra de bedreigingen die haar wettigden weggevallen zijn of wanneer de methode niet langer nuttig is voor de finaliteit waarvoor zij werd beslist.
Le dirigeant du service peut, sur avis conforme préalable de la commission, autoriser la prolongation de la méthode exceptionnelle de recueil de données pour une nouvelle période ne pouvant excéder deux mois, sans préjudice de l'obligation qui lui est faite de mettre fin à la méthode dès que les menaces qui la justifient ont disparu ou que la méthode n'est plus utile à la finalité pour laquelle elle a été décidée.