21. onderstreept dat deze verplichtingen om te voorzien in de vereiste financiële ondersteuning voor de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering in het kader van het UNFCC nieuw moeten zijn en een aanvulling moet vormen op de officiële ontwikkelingshulp en bovendien onafhankelijk moet zijn van de jaarlijkse begrotingsprocedures in de lidstaten; herinnert eraan dat deze middelen niet in de vorm van geconcessioneerde leningen moeten worden verdeeld, maar als subsidies; herinnert aan de reeds bestaande verplichtingen tot verlening van officiële ontwikkelingshulp, die erop gericht zijn tot 2015 0,7% van het BBP te bereiken;
21. insiste sur le fait que ces engagements à fournir l'aide financière requise de façon prévisible au titre de l'atténuation et de l'adaptation au changement climatique dans le cadre de la CCNUCC doivent être nouveaux et venir s'ajouter à l'APD, indépendamment des procédures budgétaires annuelles des États membres; rappelle que les ressources doivent être allouées sous la forme, non de prêts préférentiels, mais de subventions; rappelle les engagements déjà pris, selon lesquels l'APD devra représenter 0,7 % du PIB d'ici 2015;