2. De Unie ziet erop toe dat natuurlijke personen uit de LGO, zoals gedefinieerd in artikel 50, op dezelfde basis als onderdanen van de lidstaten kunnen deelnemen aan onderwijs- en beroepsopleidingsinitiatieven van de Unie.
2. L’Union veille à ce que les personnes physiques des PTOM, telles que définies à l’article 50, puissent participer à des initiatives de l’Union dans le domaine de l’éducation et de la formation professionnelle selon les mêmes critères que ceux applicables aux ressortissants des États membres.