Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Beginsel van wederzijdse erkenning
Bloedverwant in de vaderlijke opgaande lijn
Cassis-van-Dijon-zaak
Erkenning als vluchteling
Erkenning van certificaten
Erkenning van diploma's
Erkenning van een land
Erkenning van een staat
Erkenning van titels
Vaderlijk gezag
Vaderlijke lijn
Vaderlijke linie
Vaderlijke vererving
Wederzijdse erkenning van diploma's

Traduction de «vaderlijke erkenning » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous


erkenning van diploma's [ erkenning van certificaten | erkenning van titels | wederzijdse erkenning van diploma's ]

reconnaissance des diplômes [ reconnaissance des titres | reconnaissance mutuelle des diplômes ]








bloedverwant in de vaderlijke opgaande lijn

ascendant de la ligne paternelle


beginsel van wederzijdse erkenning [ Cassis-van-Dijon-zaak ]

principe de reconnaissance mutuelle [ affaire Cassis de Dijon ]


erkenning van een staat [ erkenning van een land ]

reconnaissance d'État [ reconnaissance de facto | reconnaissance de jure ]


Verdrag van de Verenigde Naties over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken | VN-Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken

convention des Nations unies pour la reconnaissance et l'exécution des sentences arbitrales étrangères | Convention des Nations unies sur la reconnaissance et l'exécution des sentences arbitrales étrangères


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
De vaderlijke afstammingsregels zullen van toepassing zijn (vermoeden van vaderschap/vaderlijke erkenning) en de betrokkene zal als vader in de akte van geboorte van het kind worden opgenomen.

Il sera alors considéré comme le père. Les règles de filiation paternelle seront d'application (présomption de paternité/reconnaissance paternelle) et l'intéressé figurera sur l'acte de naissance de l'enfant en tant que père.


Aangezien de termijnen voor de betwisting van een erkenning van het meemoederschap mutatis mutandis zijn overgenomen van de regeling inzake de betwisting van een vaderlijke erkenning, bedoeld in artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek, kan worden aangenomen dat aan de in het geding zijnde termijnen dezelfde doelstellingen ten grondslag liggen.

Etant donné que les délais prévus pour la contestation d'une reconnaissance par la coparente ont été repris mutatis mutandis des dispositions concernant la contestation d'une reconnaissance paternelle, visée à l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil, il peut être admis que des objectifs identiques sont à la base des délais en cause.


Bovendien streefde de wetgever een zo groot mogelijk parallellisme na tussen de procedure van betwisting van het vaderschapsvermoeden en de procedure van betwisting van een vaderlijke erkenning (Parl. St., Senaat, 2004-2005, nr. 3-1402/7, pp. 51-52).

En outre, le législateur a voulu réaliser un parallélisme maximal entre la procédure de contestation de la présomption de paternité et la procédure de contestation d'une reconnaissance paternelle (Doc. parl., Sénat, 2004-2005, n° 3-1402/7, pp. 51-52).


Artikel 16 van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan heeft voor de betwisting van een vaderlijke erkenning in korte vervaltermijnen en in een beperkt aantal titularissen voorzien, terwijl alle belanghebbenden onder de vroegere regeling beschikten over een termijn van dertig jaar die liep vanaf het opmaken van de erkenningsakte.

L'article 16 de la loi du 1 juillet 2006 modifiant des dispositions du Code civil relatives à l'établissement de la filiation et aux effets de celle-ci a prévu pour la contestation d'une reconnaissance paternelle de brefs délais de forclusion et un nombre limité de titulaires, alors que sous l'empire de l'ancienne règle, tous les intéressés disposaient d'un délai de trente ans, qui courait à compter de l'établissement de l'acte de reconnaissance.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Schendt artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning niet meer kan worden ingesteld door het kind na de leeftijd van 22 jaar of na één jaar indien het steeds geweten heeft dat de persoon die het heeft erkend niet zijn vader is, en dit in het geval waarin de vaderlijke erkenning niet overeenstemt met de biologische waarheid en op een bezit van staat berust dat niet voortdurend is ?

« L'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil viole-t-il les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, combinés avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il prévoit que l'action en contestation d'une reconnaissance paternelle ne peut plus être intentée par l'enfant après l'âge de 22 ans ou après un an s'il a toujours su que la personne qui l'a reconnu n'est pas son père et ceci dans l'hypothèse où la reconnaissance paternelle ne correspond pas à la vérité biologique, et repose sur une possession d'état qui n'est pas continue ?


De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de persoon die het heeft erkend zijn vader niet is om een vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning in te stellen en zulks in de hypothese dat de vaderlijke erkenning noch met de biologische noch met de socioaffectieve waarheid overeenstemt.

Le juge a quo souhaite savoir si l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil est compatible avec les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il impose à l'enfant âgé de plus de 22 ans un délai d'un an, à compter de la découverte du fait que la personne qui l'a reconnu n'est pas son père, pour intenter une action en contestation d'une reconnaissance de paternité, et ceci dans l'hypothèse où la reconnaissance paternelle ne correspond ni à la vérité biologique, ni à la vérité socio-affective.


Snappe, E. Derycke, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 30 april 2015 in zake S.B. tegen C.R. en R.B en in zake S.B, H.D. en R.B. met C.R. als vrijwillig tussenkomende partij, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330 § 1 lid 4 B.W. de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 30 avril 2015 en cause de S.B. contre C.R. et R.B. et en cause de S.B., H.D. et R.B., en présence de C.R., partie intervenante volontaire, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour, le 26 mai 2015 le Tribunal de première instance de Flandre orientale, division Termonde, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil viole-t-il les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, combinés avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne de ...[+++]


Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is.

Par son arrêt n° 139/2013, du 17 octobre 2013, la Cour a dit pour droit que l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil ne violait pas les articles 22 et 22bis de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il prescrit que l'action en contestation d'une reconnaissance de paternité introduite par la personne qui revendique la filiation doit être intentée dans l'année de la découverte qu'elle est le père de l'enfant.


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 november 2015 in zake J.D. tegen P.D. en R.C., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 januari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Verviers, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning niet meer kan worden inges ...[+++]

Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 23 novembre 2015 en cause de J.D. contre P.D. et R.C., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 janvier 2016, le Tribunal de première instance de Liège, division Verviers, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil viole-t-il les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, combinés avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il prévoit que l'action en contestation d'une reconnaissance paternelle ne peut plus être intentée par l'enfant après l'âge de 22 ...[+++]


Daarenboven, indien het kind buiten het huwelijk was geboren en het voorwerp van een vaderlijke erkenning had uitgemaakt, had het die erkenning met toepassing van de artikelen 330 en 331ter van het Burgerlijk Wetboek, vervangen bij artikel 38 van de wet van 31 maart 1987, nog ver na de leeftijd van 22 jaar kunnen betwisten.

Par ailleurs, si l'enfant était né hors mariage et s'il avait fait l'objet d'une reconnaissance paternelle, il aurait pu contester celle-ci bien au-delà de l'âge de 22 ans, en application des articles 330 et 331ter du Code civil, tels qu'ils ont été remplacés par l'article 38 de la loi du 31 mars 1987.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vaderlijke erkenning' ->

Date index: 2023-08-22
w