Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
De eis werd niet ontvankelijk verklaard
De vordering ... is niet ontvankelijk
De wraking is niet ontvankelijk
Gerechtelijk niet-ontvankelijk

Traduction de «vaderschap niet ontvankelijk » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
gerechtelijk niet-ontvankelijk

non recevable en justice


de vordering ... is niet ontvankelijk

la demande ... est irrecevable


de wraking is niet ontvankelijk

la récusation n'est pas recevable


de eis werd niet ontvankelijk verklaard

la demande a été déclarée irrecevable | la demande a été déclarée non-recevable
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : - Artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek schendt artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de door het kind ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap niet ontvankelijk is indien het kind bezit van staat ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder heeft.

Par ces motifs, la Cour dit pour droit : - L'article 318, § 1, du Code civil viole l'article 22 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité intentée par l'enfant n'est pas recevable si l'enfant a la possession d'état à l'égard du mari de sa mère.


Bij zijn arrest nr. 147/2013 van 7 november 2013 heeft het Hof voor recht gezegd : « Artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek schendt artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de door het kind ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap niet ontvankelijk is wanneer het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder ».

Par son arrêt n° 147/2013 du 7 novembre 2013, la Cour a dit pour droit : « L'article 318, § 1, du Code civil viole l'article 22 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité intentée par l'enfant n'est pas recevable si l'enfant a la possession d'état à l'égard du mari de sa mère ».


De verwijzende rechter vraagt of artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van mens, doordat de door de biologische vader ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap niet ontvankelijk is wanneer de vordering niet is ingesteld binnen de termijn van één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de biologische vader van het kind is « nu het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met de socio-affectieve werkelijkheid ».

Le juge a quo demande si l'article 318, § 2, du Code civil est compatible avec les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité intentée par le père biologique est irrecevable si elle n'a pas été introduite dans l'année de la découverte du fait qu'il est le père biologique de l'enfant, « étant donné que la présomption de paternité du mari ne correspondrait pas à la réalité socio-affective ».


2. « Schendt artikel 330, § 1, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de vordering tot betwisting van de erkenning door de man die beweert de biologische vader van het kind te zijn, niet ontvankelijk is, indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkennende man, terwijl met betrekking tot artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt aangenomen dat deze bepaling artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens, schendt, in zoverre de vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is indien het kind ...[+++]

2. « L'article 330, § 1, alinéa 1, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que la demande en contestation de la reconnaissance par un homme qui prétend être le père biologique de l'enfant n'est pas recevable si l'enfant a la possession d'état à l'égard de l'homme qui l'a reconnu, alors qu'en ce qui concerne l'article 318, § 1, du Code civil, il est admis que cette disposition viole l'article 22 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que la demande en contestation de paternité n'est pas recevable si l'enfant a la possession d'état à l'égard du m ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Schendt artikel 318, § 1 van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het E.V. R.M., in zoverre de vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder, ook indien deze vordering ingesteld wordt door 'de persoon die het vaderschap van het kind opeist', met andere woorden door de genetische vader van het kind ?

« L'article 318, § 1, du Code civil viole-t-il l'article 22 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité est irrecevable si l'enfant a la possession d'état à l'égard du mari de sa mère, même si cette action est intentée par ' la personne qui revendique la paternité de l'enfant ', en d'autres termes par le père génétique de l'enfant ?


De vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap is niet ontvankelijk, als de echtgenoot toestemming heeft gegeven tot kunstmatige inseminatie of tot een andere daad die de voortplanting tot doel had, tenzij de verwekking van het kind hiervan niet het gevolg kan zijn.

La demande en contestation de la présomption de paternité n'est pas recevable si le mari a consenti à l'insémination artificielle ou à un autre acte ayant la procréation pour but, sauf si la conception de l'enfant ne peut en être la conséquence.


De verwijzende rechter vraagt of artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van mens, doordat de door de wettige vader ingestelde vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is wanneer de vordering niet is ingesteld binnen de termijn van één jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de biologische vader van het kind is « nu het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met de socio-affectieve werkelijkheid ».

Le juge a quo demande si l'article 318, § 2, du Code civil est compatible avec l'article 22 de la Constitution, lu en combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité intentée par le père légal est irrecevable si elle n'a pas été introduite dans l'année de la découverte du fait qu'il n'est pas le père biologique de l'enfant « étant donné que la présomption de paternité du mari ne correspondrait pas à la réalité socio-affective ».


2. « Schendt artikel 330, § 1, lid 1, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de vordering tot betwisting van de erkenning door de man die beweert de biologische vader van het kind te zijn, niet ontvankelijk is, indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkennende man, terwijl met betrekking tot artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt aangenomen dat deze bepaling artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens, schendt, in zoverre de vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is indien het kind ...[+++]

2. « L'article 330, § 1, alinéa 1, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que la demande en contestation de la reconnaissance par un homme qui prétend être le père biologique de l'enfant n'est pas recevable si l'enfant a la possession d'état à l'égard de l'homme qui l'a reconnu, alors qu'en ce qui concerne l'article 318, § 1, du Code civil, il est admis que cette disposition viole l'article 22 de la Constitution, combiné avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que la demande en contestation de paternité n'est pas recevable si l'enfant a la possession d'état à l'égard du m ...[+++]


« [d]e vordering [tot betwisting van het vaderschap van het kind als gevolg van het wettelijk vermoeden van vaderschap van een man gehuwd met de moeder van het kind] niet ontvankelijk wanneer de echtgenoot toestemming heeft gegeven tot kunstmatige inseminatie of tot een andere daad die de voortplanting tot doel had, tenzij de verwekking van het kind niet het gevolg kan zijn van die handeling ».

« [l]a demande [de contestation de la paternité de l'enfant résultant de la présomption légale de paternité d'un homme marié avec la mère de l'enfant] n'est pas recevable si le mari a consenti à l'insémination artificielle ou à un autre acte ayant la procréation pour but, sauf si la conception de l'enfant ne peut en être la conséquence ».


In het dictum van de beslissing in de zaak Nylund, waarin aan een man geweigerd werd zijn vaderschap van een kind te laten vaststellen waarvan hij beweerde dat hij het had verwekt met een vrouw met wie hij had samengewoond vóór hun scheiding en voordat die vrouw was gehuwd met een andere man, de wettelijke vader van het kind, verklaart het Hof het verzoekschrift echter niet-ontvankelijk.

Toutefois, dans la décision Nylund, qui concernait le refus fait à un homme d'établir sa paternité à l'égard d'un enfant qu'il disait avoir conçu avec une femme avec laquelle il avait cohabité avant leur séparation et un mariage subséquent de cette femme avec un autre homme, père légal de l'enfant, la Cour déclare la requête irrecevable.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'vaderschap niet ontvankelijk' ->

Date index: 2024-01-11
w