10. verzoekt de Commissie een voorstel voor een richtlijn te presenteren waarin het individuele, onoverdraagbare en onvervreemdba
ar recht op betaald vaderschapsverlof, op basis van artikel 141, lid 3 van het Verdrag, als antwoord op het verzoek in het standpunt van het Europees Parlement van 12 juni 2002 over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien v
...[+++]an de arbeidsvoorwaarden , aangezien de afwezigheid van vrouwen op de arbeidsplek vanwege hun recht op moederschapsverlof - zonder dat er een betaald vaderschapsverlof bestaat - in belangrijke mate bijdraagt aan de discriminatie van vrouwen;
10. invite la Commission à présenter une proposition de directive reconnaissant le droit individuel, incessible et obligatoire, au congé payé de paternité, sur la base de l'article 141, paragraphe 3, du traité, dans le prolongement de l'appel lancé dans sa position du 12 juin 2002 sur la mise en œuvre du principe de l'égalité de traitement entre hommes et femmes , car l'absence des femmes sur le lieu de travail du fait de l'exercice du droit au congé payé de maternité - sans qu'existe un congé payé de paternité obligatoire - est un grave facteur de discrimination à leur encontre;