In verband met de vaststelling van de afstamming van vaderszijde, werd erop gewezen dat « de wil om de regeling van de vaststelling van de afstamming zo dicht mogelijk de waarheid te doen benaderen [ . ] het openstellen van de mogelijkheden tot betwisting tot gevolg [behoorde] te hebben » (ibid., p. 12).
S'agissant de l'établissement de la filiation paternelle, il a été indiqué que « la volonté de régler l'établissement de la filiation en cernant le plus possible la vérité [devait] avoir pour conséquence d'ouvrir largement les possibilités de contestation » (ibid., p. 12).