Vertaling van "vakbonden zitting hebben " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

zitting hebben
siéger

de personen die in...zitting hebben,rouleren
les personnes siègent par roulement

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Het is evident dat degenen die geïnteresseerd zijn in deontologische en ethische aangelegenheden reeds in de orden of in de medische vakbonden zitting hebben.
Il est évident que les personnes intéressées par les questions de déontologie et d'éthique siègent déjà, soit dans les ordres, soit dans les syndicats médicaux.

Worden geacht representatief te zijn om zitting te hebben : 1° de erkende vakorganisaties die zitting hebben in het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 3°, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Sont considérées comme représentatives pour siéger : 1° les organisations syndicales agréées qui siègent au comité commun à l'ensemble des services publics, visé à l'article 3, § 1 , alinéa 1 , 3° de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités.

Om de zes jaar, vanaf een door de Koning vastgestelde datum, onderzoekt de controlecommissie bedoeld in artikel 14, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, hierna « de commissie » genoemd, of de vakorganisaties die zitting hebben of vragen om zitting te mogen hebben in het onderhandelings- en in het overlegcomité het aantal bijdrageplichtige leden tellen dat is vastgesteld in artikel 7, 2º, van deze wet.
Tous les six ans, à partir d'une date fixée par le Roi, la commission de contrôle visée à l'article 14, § 1 , de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités, dénommée ci-après « la commission », vérifie si les organisations syndicales qui siègent ou qui demandent à pouvoir siéger dans les comités de négociation et de concertation comptent le nombre d'affiliés cotisants fixés à l'article 7, 2º, de la présente loi.

Vanaf een door de Koning vastgestelde datum, onderzoekt de commissie bedoeld in artikel 14, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, overeenkomstig de in hetzelfde artikel bepaalde procedure, of de vakorganisaties die zitting hebben of vragen om zitting te mogen hebben in de comités van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat voldoen aan het criterium inzake het aantal bijdrageplichtige leden dat is vastgesteld in artikel 13, 2º, van deze wet.
À partir de la date fixée par le Roi, la commission visée à l'article 14, § 1, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités vérifie, conformément à la procédure fixée dans le même article, si les organisations syndicales qui siègent ou qui demandent à pouvoir siéger dans les comités des services extérieurs de la Sûreté de l'État satisfont au critère concernant le nombre d'affiliés cotisants fixés à l'article 13, 2º, de la présente loi.

Art. 14. Vanaf een door de Koning vastgestelde datum, onderzoekt de commissie bedoeld in artikel 14, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, overeenkomstig de in hetzelfde artikel bepaalde procedure, of de vakorganisaties die zitting hebben of vragen om zitting te mogen hebben in de comités van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat voldoen aan het criterium inzake het aantal bijdrageplichtige leden dat is vastgesteld in artikel 13, 2°, van deze wet.
Art. 14. A partir de la date fixée par le Roi, la commission visée à l'article 14, § 1, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autoritésvérifie, conformément à la procédure fixée dans le même article, si les organisations syndicales qui siègent ou qui demandent à pouvoir siéger dans les comités des services extérieurs de la Sûreté de l'Etat satisfont au critère concernant le nombre d'affiliés cotisants fixés à l'article 13, 2°, de la présente loi.

« Schendt artikel 5 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voorzover dit artikel ' elke syndicale organisatie erkend in de zin van artikel 12 die aangesloten is bij een syndicale organisatie die in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigd is ' ambtshalve als representatief beschouwt voor de toepassing van de wet van 11 juli 1978, terwijl enerzijds de organisaties die zitting hebben in de Nationale Arbeidsraad in de praktijk geenszins representatief blijken te zijn voor het personeel genoemd in artikel 1 van de genoemde wet van 11 juli 1978, en terwijl anderzijds deze ambtshalve representativiteit tot gevolg heeft dat slechts één enkele professionele vakorganisatie van militairen als representatief kan worden beschouwd, overeenkomstig het tweede lid van artikel 5 wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst ?
« L'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il considère comme représentative de plein droit pour l'application de la loi du 11 juillet 1978, toute organisation syndicale agréée au sens de l'article 12 qui est affiliée à une organisation syndicale représentée au conseil national du travail, alors que d'une part les organisations qui siègent au conseil national du travail n'apparaissent, dans les faits, nullement représentatives du personnel visé à l'article 1 de la loi du 11 juillet 1978 précitée et alors que, d'autre part, l'effet de cette représentativité de plein droit a pour conséquence qu'une seule organisation syndicale professionnelle de militaires peut être considérée comme représentative, conformément à l'alinéa 2 de l'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical ?

2. Schendt artikel 5 van de wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voorzover dit artikel ' elke syndicale organisatie erkend in de zin van artikel 12 die aangesloten is bij een syndicale organisatie die in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigd is ' ambtshalve als representatief beschouwt voor de toepassing van de wet van 11 juli 1978, terwijl enerzijds de organisaties die zitting hebben in de Nationale Arbeidsraad in de praktijk geenszins representatief blijken te zijn voor het personeel genoemd in artikel 1 van de genoemde wet van 11 juli 1978, en terwijl anderzijds deze ambtshalve representativiteit tot gevolg heeft dat slechts één enkele professionele vakorganisatie van militairen als representatief kan worden beschouwd, overeenkomstig het tweede lid van artikel 5 wet van 11 juli 1978 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst ?
2. L'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il considère comme représentative de plein droit pour l'application de la loi du 11 juillet 1978, ' toute organisation syndicale agréée au sens de l'article 12 qui est affiliée à une organisation syndicale représentée au Conseil national du travail ', alors que, d'une part, les organisations qui siègent au Conseil national du travail n'apparaissent, dans les faits, nullement représentatives du personnel visé à l'article 1 de la loi du 11 juillet 1978 précitée et alors que, d'autre part, l'effet de cette représentativité de plein droit a pour conséquence qu'une seule organisation syndicale professionnelle de militaires peut être considérée comme représentative, conformément à l'alinéa 2 de l'article 5 de la loi du 11 juillet 1978 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats du personnel militaire des forces terrestre, aérienne et navale et du service médical ?

Art. 12. § 1. Om de zes jaar, vanaf een door de Koning vast te stellen datum, onderzoekt de controlecommissie bedoeld in artikel 14, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, hierna « de commissie » genoemd, of de vakorganisaties die zitting hebben of vragen om zitting te mogen hebben in het onderhandelingscomité van de politiediensten en in het met toepassing van artikel 11 opgerichte beheersorgaan van de sociale diensten, voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 6.
Art. 12. § 1. Tous les six ans, à partir d'une date fixée par le Roi, la commission de contrôle visée à l'article 14, § 1, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités, dénommée ci-après « la commission » vérifie si les organisations syndicales qui siègent ou qui demandent à pouvoir siéger dans le comité de négociation des services de police et dans l'organe de gestion des services sociaux créé en application de l'article 11, satisfont aux conditions fixées à l'article 6.

Tweede element: de hervorming van het Sociaal-economisch Comité, waarin vertegenwoordigers van de consumenten en de vakbonden zitting hebben.
Deuxième élément : la réforme du Comité socio-économique, parce que ce dernier intègre des représentants des consommateurs et des syndicats.