Vanuit grondwettelijk oogpunt bestaat er geen bezwaar tegen het feit dat het wetsvoorstel beoogt, ter bescherming van de rechten van de tuchtrechtelijk vervolgde persoon, de uitoefening door de Koning van de aan hem voorbehouden bevoegdheid afhankelijk te maken van het optreden -in een welbepaalde zin- van een ander orgaan, te dezen de tuchtrechtbank (in eerste aanleg).
D'un point de vue constitutionnel, il n'y a pas d'objection à ce que, en vue de protéger les droits de la personne poursuivie disciplinairement, la proposition de loi vise à subordonner l'exercice, par le Roi, de la compétence qui lui est réservée, à l'intervention — dans un sens bien déterminé — d'un autre organe, en l'occurrence le tribunal disciplinaire (en première instance).