Vanwege de gelijkenissen tussen grote bedrijven die landbouwproducten verwerken en afzetten, enerzijds, en bedrijven die niet-landbouwproducten verwerken en afzetten, bijvoorbeeld uit de levensmiddelensector, anderzijds, lijkt het gerechtvaardigd de aan bedrijven van de eerste categorie verleende staatssteun goed te keuren, mits hij de maximale steunpercentages die de Commissie voor bedrijven van de tweede categorie van dezelfde omvang heeft toegestaan, niet overschrijdt.
Toutefois, eu égard aux similitudes qui existent entre les grandes entreprises de transformation et de commercialisation de produits agricoles et les entreprises non agricoles, par exemple dans le secteur agroalimentaire, il semble justifié d'accepter les aides d'État accordées à de telles entreprises agricoles dans les limites du taux maximal autorisé par la Commission pour les entreprises non agricoles de taille identique.