In dit verband stelt het Hof vast dat Kolpak wettig is tewerkgesteld op grond van een arbeidsovereenkomst, dat hij een geldige verblijfsvergunning heeft en dat hij volgens de nationale wetgeving geen arbeidsvergunning nodig heeft om zijn beroep uit te oefenen.
À cet égard, la Cour constate, d'une part, que M. Kolpak est régulièrement employé sur la base d'un contrat de travail, qu'il est en possession d'un titre de séjour valable et que, selon la législation nationale, il n'a pas besoin de permis de travail pour exercer sa profession.