1. Wanneer een vermoeden best
aat dat in de lijst opgenomen ziekten, bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) en c), voorkomen bij gehouden dieren, melden exploitanten, personen die zich beroepsmatig met dieren bezighouden en houders van gezelschapsdieren de aanwijzingen en het vermoeden overeenkomstig artikel 16, lid 1, aan de bevoegde autoriteit en aan dierenartsen, en nemen zij in afwachting van ziektebestrijdingsmaatregelen van de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 74, lid 1, passende ziektebestrijdingsmaatregelen als bedoeld in artikel 74, lid 1, onder a), en in krachtens
artikel 74, lid 3, ...[+++]vastgestelde gedelegeerde handelingen ter voorkoming van de verspreiding van die in de lijst opgenomen ziekte van de getroffen dieren, inrichtingen en locaties die onder hun verantwoordelijkheid vallen, naar andere dieren of naar mensen.1. Si la présence de maladies répertoriées visées à l’article 8, paragraphe 1, points b) et c), est soupçonnée chez des animaux détenus, les opérateurs, les professionnels des animaux et les détenteurs d’animaux de compagnie, outre la notification des signes et soupçons à l’autorité compétente et aux vétérinaires conformément à l’article 16, paragraphe 1, et dans l’attente de l’adoption par l’autorité compétente de mesures de lutte contre la maladie conformément à l’article 74, paragraphe 1, prennent les mesures adaptées de lutte contre la maladie visées à l’article 74, paragraphe 1, p
oint a), et dans tout acte délégué adopté en applicat
...[+++]ion de l’article 74, paragraphe 3, afin d’empêcher la propagation de ladite maladie répertoriée des animaux, établissements et sites touchés relevant de leur responsabilité à d’autres animaux ou aux humains.