Art. 72. De gecentraliseerde systemen voor het lenen en ontlenen van aandelen die werden erkend op grond van artikel 203, § 2, zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, voordat deze bepaling werd opgeheven door artikel 42, 2°, van deze wet, blijven hun erkenning behouden indien zij aan de door de Koning vastgestelde voorwaarden voldoen binnen de door Hem vastgestelde termijn.
Art. 72. Les systèmes centralisés de prêts d'actions ou parts agréés conformément à l'article 203, § 2, alinéa 6, du Code des impôts sur les revenus 1992, avant l'abrogation de cette disposition par l'article 42, 2°, de la présente loi, conservent leur agrément lorsqu'ils satisfont aux conditions fixées par le Roi endéans le délai qu'Il fixe.