1. Wanneer een verzoek om optreden wordt ingewilligd en de goederen die inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten niet als zodanig worden herkend door het douanekantoor en worden vrijgegeven
of geen besluit tot vasthouding wordt genomen overeenkomstig artikel 9, lid 1, heeft de houder van het recht alleen recht op schadeloosstelling onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de wetgeving van de lidstaat waar het verzoek is ingediend of, wanneer dit verzoek overeenkomstig artikel 5, lid 4, is gedaan, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de wetgeving van de lidstaat waar de genoemde goederen niet zijn herkend door het douan
...[+++]ekantoor.
1. Sauf si cela est prévu par le droit interne de l'État membre dans lequel la demande est introduite ou, dans le cas d'une demande introduite en vertu de l'article 5, paragraphe 4, par la législation de l'État membre dans lequel les marchandises portant atteinte à un droit de propriété intellectuelle ne sont pas repérées par un bureau de douane, l'acceptation d'une demande ne confère pas au titulaire du droit un droit à indemnisation si les marchandises ne sont pas repérées par un bureau de douane et font l'objet d'une mainlevée ou si aucune mesure n'est prise pour les retenir conformément à l'article 9, paragraphe 1.