De wijn wordt na gisting verrijkt en in een vat opgeslagen, waar hij gedurende minstens twee jaar rijpt; hij moet in een specifiek register zijn ingeschreven en mag pas worden gebotteld zodra hij drie jaar oud is.
Le vin est enrichi après fermentation et stocké en fût, vieilli pendant une période minimale de deux ans, et doit figurer sur un compte courant spécifique; il ne peut être mis en bouteille s'il a moins de trois ans.