5. herinnert eraan dat het VBD en het Nagoyaprotocol het voornaamste kader vormen voor het beheer van toegang en batenverdeling; merkt op dat het beheer van IER, genetische hulpbronnen en armoedebestrijding ook een kwestie is voor de WTO, FAO, WHO en WIPO, gezien de uitdaging voor deze organisaties een coherente aanpak te waarborgen in hun steun voor het VBD-stelsel; dringt erop aan dat deze internationale instellingen het VBD-stelsel moeten ondersteunen in plaats van tegenwerken;
5. rappelle que la convention sur la diversité biologique et le protocole de Nagoya constituent le principal cadre permettant d'administrer l'accès et le partage des avantages; fait observer que la gouvernance en matière de droits de propriété intellectuelle, de ressources génétiques et de réduction de la pauvreté relève également de l'Organisation mondiale du commerce (OMC), de l'Organisation des Nations unies pour l'alimentation et l'agriculture (FAO), de l'Organisation mondiale de la santé (OMS) et de l'Organisation mondiale de la propriété intellectuelle (OMPI), ce qui se traduit par des
difficultés à assurer une approche cohérente dans ...[+++] le soutien que ces organisations apportent au régime de la convention; insiste sur le fait que ces institutions internationales devraient soutenir le régime de la convention et non l'entraver;