Ofschoon artikel 5.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt dat eenieder recht heeft op persoonlijke vrijheid en veiligheid, laat littera f) van die bepaling toe dat iemand van zijn vrijheid wordt beroofd langs wettelijke weg « in het geval van rechtmatige arrestatie of gevangenhouding van personen teneinde hen te beletten op onrechtmatige wijze het land binnen te komen, of indien tegen hen een uitwijzings- of uitleveringsprocedure hangende is ».
Si l'article 5.1 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose que toute personne a droit à la liberté et à la sûreté, l'alinéa f) de cette disposition permet qu'une personne soit privée de sa liberté, selon les voies légales, « s'il s'agit de l'arrestation ou de la détention régulière d'une personne pour l'empêcher de pénétrer irrégulièrement dans le territoire, ou contre laquelle une procédure d'expulsion ou d'extradition est en cours ».