4.2. Het is evenwel ook zo dat, geconfronteerd met de nieuwe opdracht die artikel 8 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten oplegt aan de Veiligheid van de Staat, de hiërarchie van deze dienst er zich van bewust is dat de strikte toepassing van het criterium aangaande het bestaan van een gerechtelijk verleden om de samenwerking met een informant uit te sluiten, dient te worden herzien en versoepeld.
4.2. Il n'en reste pas moins vrai que face à la mission nouvelle que l'article 8 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité attribue à la Sûreté de l'État, la hiérarchie de ce service est consciente que l'application stricte du critère relatif à l'existence d'antécédents judiciaires pour exclure le travail avec un informateur doit être revue et assouplie.