Artikel 218, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals ingevoegd bij artikel 14 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, in samenhang gelezen met artikel 215, tweede en derde lid, van hetzelfde Wetboek, schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de G
rondwet, doordat de vennootschappen die beantwoorden aan de kenmerken van een kmo maar waarvan de uitgekee
rde dividenden meer bedragen dan 13 pct. van het ...[+++] gestorte kapitaal bij het begin van het belastbare tijdperk, niet zijn vrijgesteld van de vermeerdering die verschuldigd is indien geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan gedurende de eerste drie boekjaren vanaf de oprichting ervan.L'article 218, § 2, du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il a été inséré par l'article 14 de la loi du 24 décembre 2002 modifiant le régime des sociétés en matière d'impôts sur les revenus et instituant un système de décision anticipée en matière fiscale, lu en combinaison avec l'article 215, alinéas 2 et 3, du même Code, viole les articles 10, 11 et 172 de la
Constitution, en ce que les sociétés qui répondent aux caractéristiques d'une PME mais dont les dividendes distribués excèdent 13 p.c. du capital libéré au début de la période imposable ne sont pas exonérées de la majoration due en cas d'absence ou d'insuffisance de vers
...[+++]ements anticipés au cours des trois premiers exercices comptables à partir de leur constitution.