China wil als een verantwoordelijk handelend land in Afrika worden beschouwd, toch doet het vaak een beroep op de frase van non-interventie om onaanvaardbare handelingen te rechtvaardigen, zoals bijvoorbeeld de niet aflatende hulpvaardigheid ten opzichte van de Sudanese regering wat de uitzending van een gemengde strijdkracht van de VN en de Afrikaanse Unie blokkeert – die al lang geleden in Darfur had moeten zijn – of korter geleden de walgelijke wapenzending aan het regime van Mugabe aan boord van een schip dat er – terecht – in de buurlanden van Zimbabwe aan wordt gehinderd om te lossen.
La Chine veut être considérée comme un acteur responsable en Afrique. Pourtant, elle invoque souvent le discours de la non-ingérence pour tenter de justifier des actes inacceptables, comme son laxisme persistant à l’égard du gouvernement soudanais, qui a bloqué l’envoi d’une force hybride ONU-Afrique – qui aurait dû être au Darfour depuis bien longtemps – ou l’envoi plus récent et dégoûtant d’armes au régime de Mugabe à bord d’un navire que les pays voisins du Zimbabwe empêchent – à juste titre – de déposer son chargement.