« Art. 9. De in artikel 4 bedoelde personen moeten hun cliënten identificeren en de identiteit verifiëren aan de hand van een bewijsstuk, waarvan een afschrift wordt gemaakt op papier of op een elektronische informatiedrager, indien deze cliënten een financiële verrichting in verband met het spel wensen uit te voeren voor een bedrag van ten minste 1 000 euro, ongeacht of zij plaatsvindt in één of meerdere verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan, of voor een bedrag van minder dan 1 000 euro zodra er een vermoeden van witwassen van geld of financiering van terrorisme rijst.
« Art. 9. Les personnes visées à l'article 4 doivent identifier et vérifier, à l'aide d'un document probant dont il est pris copie, sur support papier ou électronique, l'identité de leurs clients lorsque ceux-ci souhaitent réaliser une opération financière en relation avec le jeu pour un montant de 1 000 euros au moins, qu'elle soit effectuée en une seule ou plusieurs opérations entre lesquelles semble exister un lien ou, même si le montant est inférieur à 1 000 euros, dès qu'il y a soupçon de blanchiment de capitaux ou de financement du terrorisme.